De oorsprong van gin: de jeneverbes
Nog voordat gin een vast onderdeel van de bar werd, begon het allemaal met een kleine wilde bes : jeneverbes. Of beter gezegd, jeneverbes .
Deze vrucht, die botanisch gezien geen bes is, maar een vlezige kegel, komt van de jeneverbes , een winterharde struik die in het wild groeit op het noordelijk halfrond: in Europa, Azië en zelfs in Noord-Amerika.
Het wordt vaak in het wild geoogst, vooral in bergachtige of bosrijke gebieden. In Europa zijn gebieden als de Alpen, de Karpaten en Scandinavië er rijk aan.
Jeneverbessen worden al sinds de oudheid gebruikt: de Egyptenaren gebruikten ze vanwege de medicinale eigenschappen, de Grieken om de lucht te zuiveren en de Romeinen... als vervanger voor peper!
Pas in de middeleeuwen kreeg het een belangrijke plaats in medicinale recepten, vaak gemengd met alcohol. En hier begint langzaam het verhaal van gin...
Hoe smaakt het? Harsachtig, houtachtig, een beetje peperig… met tonen van dennen en soms citroen. Deze complexiteit maakt het nog steeds de essentiële basis voor gin.
Bij Panda respecteren we deze oorsprong terwijl we ook andere aromatische horizonten verkennen, maar altijd met de jeneverbes als uitgangspunt.
Deel:
Meester Juniperus: De verschillende manieren om ervan te genieten
Panda Gin en Cheese Pairing: Het onverwachte duo dat perfect werkt